De VDO’er: een nieuwe speler op en rond de bouwplaats

Op 1 januari 2024 jl. is de nieuwe Omgevingswet van kracht gegaan, en hiermee ook het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, opvolger van het Bouwbesluit). Met het van kracht worden van de Omgevingswet en het Bbl is ook de Veiligheidscoördinator Directe Omgeving (VDO’er) verplicht geworden. Maar wat doet deze VDO’er en wat is het verschil met een V&G-coördinator?

Wat is een VDO'er en waarom is deze nodig?

Tot eind 2023 kenden sloop- en bouwprojecten al diverse functionarissen die zich bezighouden met veiligheid op en rond de bouwplaats. Denk bijvoorbeeld aan de V&G-coördinator van de aannemer, een veiligheidskundige of de omgevingsmanager. Vanaf begin 2024 is hier met de komst van de nieuwe Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) nog een nieuwe speler bijgekomen, nl. de Veiligheidscoördinator Directe Omgeving (VDO’er). Deze persoon zorgt voor de veiligheid en gezondheid van iedereen in de directe omgeving van de bouw- en sloopwerkzaamheden.

Na verschillende incidenten bij projecten in uitvoering, zoals bijv. het kraanongeval in Alphen a/d Rijn in 2015, moet het aanstellen van een VDO’er de veiligheid rondom bouw- en sloopprojecten in uitvoering voor iedereen beter borgen. Hiernaast zijn in het Bbl extra bepalingen opgenomen die rollen en verantwoordelijkheden beter duiden.

Wanneer is een VDO'er verplicht?

Het Bbl verplicht alle opdrachtgevers en hoofdaannemers van bouw- en sloopwerkzaamheden om bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning of melding voor een bouw- of sloopactiviteit een risicomatrix aan te leveren. Door het invullen van in ieder geval de eerste 5 vragen van de risicomatrix, wordt duidelijk welke risico’s voor de veiligheid in de omgeving onderkend zijn. Deze risicomatrix is te vinden in Bijlage 1 bij het Infoblad Veiligheid en Gezondheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden van de Rijksoverheid. Als één van de eerste 5 vragen met ja wordt beantwoord, dienen ook de (overige) vragen uit de uitgebreide matrix te worden ingevuld.

Bij het invullen van de uitgebreide matrix worden punten gegeven. Als er 12 of meer punten gegeven zijn, dient een VDO’er aangesteld te worden én een sloop- en bouwveiligheidsplan te worden opgesteld. Het aanstellen van de VDO’er is een verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer of de opdrachtgever (in de praktijk wordt dit vaak de hoofdaannemer).

Het Bbl raadt verder aan om tijdig vooroverleg met het bevoegd gezag te plegen als:

(1) projecten een puntenscore van 12 of meer op de risicomatrix hebben,
en/of
(2) voor één van de aspecten het risico op zeer hoog wordt ingeschat (4 punten).

Taken

De VDO’er voert tijdens de uitvoering van het project de volgende taken uit:

  • Het coördineren van, en toezicht houden op, de veiligheidsmaatregelen;
  • Het beheersen van restrisico’s;
  • Het ingrijpen op onvoorziene risico’s voor de omgeving;
  • Zorgdragen voor en organiseren van communicatie en overleg tussen opdrachtnemer, opdrachtgever en stakeholders op het gebied van omgevingsveiligheid, waaronder het geven van voorlichting aan degenen die de bouw- of sloopwerkzaamheden verrichten;
  • Actueel houden van het veiligheidsplan.

Verschil met V&G-coördinator

Het grootste verschil tussen een VDO’er en een V&G-coördinator is dat een VDO’er zich bezighoudt met de veiligheid in de directe omgeving van de bouwplaats, ook wel de omgevingsveiligheid genoemd (buiten de hekken), terwijl een V&G-coördinator zich bezighoudt met de veiligheid van werknemers en eventuele derden op de bouwplaats. De rol van V&G-coördinator staat dan ook beschreven in de Arbowet, die van de VDO’er in het Bbl. Beide rollen kunnen door dezelfde werknemer worden uitgevoerd.

Daarnaast kan er sprake zijn van een overlap in de veiligheidsmaatregelen die de V&G-coördinator bewaakt, en de maatregelen waar een VDO’er op toeziet. Immers, veiligheidsmaatregelen zoals het ophangen van netten, zullen zowel voor de bouwplaats als voor de openbare ruimte om de bouwplaats heen voorkomen dat voorwerpen naar beneden vallen en dus zowel werknemers als voorbijgangers behoeden voor persoonlijk letsel.

Gevolgen

Met het aanstellen van de VDO’er door de aannemer of opdrachtgever, worden deze partijen voor het eerst ook verantwoordelijk voor de veiligheid buiten de bouwhekken. Of dit betekent dat het bevoegde gezag dan ook minder hoeft te doen, en of het traditionele toezicht houden door het bevoegde gezag hierdoor verandert, is zo kort na de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet nog niet te zeggen. Wel is duidelijk dat de aannemer meer dan voorheen aan zet én verantwoordelijk is is waar het gaat over omgevingsveiligheid.

Naar verwachting zullen daarnaast maatregelen t.a.v. omgevingsveiligheid voortaan ook benoemd worden in Sloop- en Bouwveiligheidsplannen, waar ze wellicht eerst alleen in BLVC-plannen te vinden waren. Voor de BLVC-plannen zelf verandert er naar onze inschatting weinig: deze omvatten al het onderwerp omgevingsveiligheid en dat zal zo blijven. Daarnaast zal van belang blijven dat het Sloop- en Bouwveiligheidsplan en het BLVC-plan inhoudelijk op elkaar aan te sluiten.

Meer informatie

Zie voor meer informatie het Infoblad Veiligheid en Gezondheid bij bouw- en sloopwerkzaamheden van de Rijksoverheid

 

Eerste publicatie: 5 februari 2024
Beeld: Pixabay